onderzoek
Hieronder vindt u, alfabetisch gerangschikt, een overzicht van onderzoeksmethoden die gebruikt kunnen
worden
bij diagnosestelling van heupproblemen.
Arthrografie
Dit is een onderzoek dat wat ouder is dan de NMR maar dat nog zeer bruikbaar is voor de diagnose van heupletsels. Een arthrografie wordt uitgevoerd om een gewrichtsholte te visualiseren. Er wordt contrastvloeistof in het heupgewricht ingespoten (en vaal eveneens lucht) en vervolgens worden RX opnames gemaakt. Dit om een duidelijker beeld te verkrijgen van de kraakbeenoppervlakken van het gewricht. Indien er een deel van het contrastproduct lekt uit het gewricht kan dat wijzen op een scheur of opening in het kapsel / pees complex. |
|
Artroscopie (kijkoperatie)
Hierbij wordt via een paar kleine gaatjes een camera in de heup gebracht
en kan het gewricht grondig geïnspecteerd worden. Losliggende stukjes
kraakbeen kunnen worden weggespoeld en kraakbeenletsels kunnen
worden ‘bijgewerkt’. |
|
Botscan
Het doel van een botscan is het opsporen van botbreuken, gewrichts- en botontstekingen, of bijvoorbeeld bottumoren. Een botscan wordt gemaakt
met behulp van een licht radioactieve stof. Deze stof wordt meestal via een
ader in de arm gespoten. De verdeling van de radioactieve stof in het
lichaam, wordt gemeten met een speciale camera. Een zogenaamde gammacamera. |
|
CT scan
Hierbij wordt een combinatie van RX stralen en computeranalyse gebruikt om doorsnede beelden te maken zowel horizontaal als verticaal van de beenderen en gewrichten. |
|
Echografie
Met het gebruik van hoge frequentie geluidsgolven worden beelden gecreëerd van interne organen en weefsels. |
|
EMG (electro myo grafie)
Hierbij wordt een test uitgevoerd van de zenuw- en spierfunctie. |
|
Infiltratie
Soms wordt een infiltratie met een lokaal verdovend product gegeven in de
heup, hierdoor wordt het gewricht tijdelijk gevoelloos gemaakt. Gewrichtsverdoving wordt toegepast bij mensen met heupproblemen om
te onderzoeken of de pijn ook daadwerkelijk uit de heup komt. Zo kunnen
pijnlijke aandoeningen van de heup onderscheiden worden van andere aandoeningen in de buurt van de heup, die voor soortgelijke klachten kunnen zorgen. |
|
NMR, MRI (Nucleaire Magnetische Resonantie)
Hierbij wordt gebruik gemaakt van magnetische golven en computeranalyse om gedetailleerde beelden te maken. Met de NMR beelden zien
we zowel afbeeldingen van bot en pezen, net als van de omliggende
structuren. De NMR is bijzonder gevoelig om letsels op te sporen, zelfs
zeer kleine letsels en ook zeer snel na het ontstaan van de laesie.
Het onderzoek is volledig pijnloos, wel maakt het apparaat veel lawaai,
een koptelefoon is voorzien. Het uitvoeren van een NMR scan is ook
standaard geworden bij de diagnosestelling. |
|
RX opnames
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een onzichtbare electromagnetische energiebundel die opnames produceert van beenderen. |
|
< terug naar boven